Goed verhaal
Meneer Mulder was een geweldige echtgenoot en vader. Ik heb hem nooit ontmoet, maar die overtuiging kreeg ik door de verhalen die zijn vrouw en kinderen over hem vertelden. In de dagen dat je een uitvaart aan het organiseren bent, krijg je door de verhalen van de nabestaanden een behoorlijk beeld van hoe iemand was.
Voorbeeld: als de kinderen Mulder vroeger een gewond of verdwaald dier mee naar huis namen, mochten ze het altijd houden. En als een tijdje later de geestdrift voor de beesten bij de kinderen weggeëbd was, werden de dieren vervolgens tot hun dood door vader verzorgd. Heel leerzaam ook vond ik het verhaal over de hunebedden. Toen die tijdens de aardrijkskundeles bij de kinderen op school besproken waren, zei vader in het weekend: “Kom op jongens, we gaan naar Drenthe”, en zaten ze niet veel later bij of – liever nog – op een hunebed te picknicken.
En er waren veel meer van dat soort anekdotes over een leuke, zorgzame, vrolijke man. Grappig om te bedenken dat de herinneringen aan hem niet alleen door zíjn familie in leven worden gehouden, maar ook door ons gezin. Toen Roos bijvoorbeeld, naar aanleiding van dit verhaal, met een denkrimpel zei dat ze nog nooit een hunebed had gezien, keken Joost en ik elkaar aan en zeiden in koor: ”We gaan naar Drenthe”. En zo geschiedde.
Het komt vaker voor dat wij zelf goede herinneringen overhouden aan mensen uit ons werk, en soms wijsheden overnemen. Als wij tegen elkaar zeggen: “Je moet pas springen als je voor het hek staat”, denken we automatisch aan mevrouw Hogendorp. Dit was een van haar uitspraken die me na haar uitvaart bijbleef en die we nu gebruiken als iemand weer eens beren op de weg ziet.
Mensen die willen spreken op een uitvaart adviseer ik altijd om dicht bij zichzelf te blijven. Lijstjes met opsommingen zijn wat mij betreft minder geschikt (“Van 1964 tot 1967 woonden zij aan de Lange Lindenlaan” of: “Toen en toen heeft hij gewerkt als chef huppeldepup bij fabriek zus en zo”). Vaak is het interessanter om te horen wat je van iemand hebt geleerd. Wat kon zij als geen ander? Wat maakte hem irritant soms? Kortom: wie was deze persoon en wat maakte hem of haar bijzonder? Daarbij gaat het dus niet per se over gewonnen prijzen of behaalde diploma’s, maar eerder over eigenaardigheden, kleine familietradities, zondagse ontbijtjes, lieve briefjes, of breitalent.
Geheime recepten, ook een terugkerend thema. Ik loop zelfs al heel lang met het idee om een kookboek samen te stellen van bijzondere familierecepten. Als dat er ooit van komt, zal het waarschijnlijk zonder de erwtensoep van mijn moeder zijn. Toch zal ik het verhaal daarover wel kunnen gebruiken als zij ooit komt te overlijden, maar dan als illustratie van haar kookkunst. Toen die befaamde erwtensoep namelijk werd opgediend en wat waterig oogde, begon zij ineens keihard te lachen: ze was de erwten vergeten…
Er wordt wel gezegd dat iemand voortleeft zolang er herinneringen zijn aan die persoon. Meestal zitten deze herinneringen in de hoofden en harten van directe nabestaanden, maar als de juiste verhalen goed verteld worden, kan het bereik eindeloos worden.
Marinka de Haan